Jenaplanonderwijs

Kindcentrum De Vuurvogel is een Jenaplanschool. Dat betekent onder meer dat we werken met stamgroepen, met daarin kinderen van verschillende leeftijden. Ook werken we vanuit thema's, die voor kinderen betekenisvol en actueel zijn. 

Binnen het Jenaplanonderwijs onderscheiden we vier basisactiviteiten: gesprek, spel, werk en viering. Deze basisactiviteiten wisselen we af in een ritmisch weekplan. 

  1. Door 'gesprek' informeren kinderen en stamgroepleiders elkaar en leren ze elkaar begrijpen. Via het gesprek kunnen kinderen zich oriënteren op de omringende wereld. Er zijn verschillende vormen van gesprek. Denk aan de vertel- of observatiekring, de groepsvergadering of (onderzoeks)presentaties. Kringen worden vaak door de kinderen zelf voorbereid en geleid. 
  2. Via spel leren kinderen zich creatief en sociaal ontwikkelen. Ze leren rekening te houden met elkaar en leren iets wat ze geleerd hebben toepassen in een vrije situatie. Ook leren ze zich zo uiten en met hun emoties omgaan. Ook spel komt voor in vele vormen. Van buiten spelen tot toneelspel, dans en muziek en van leer- en gezelschapsspelen tot voordragen of filosoferen. 
  3. Onder werk verstaan we het krijgen van instructies en het oefenen en verwerken van leerstof. Ook leren de kinderen zo stap voor stap hun eigen leerdoelen formuleren en hun werkafspraken te plannen en te evalueren in hun portfolio. 
  4. Bij viering gaat het om gezamenlijk beleven van gebeurtenissen, elkaar iets toewensen, gevoelens op elkaar overbrengen en verdriet en plezier met elkaar delen. Verjaardagen en feestdagen worden gevierd, maar ook werksuccessen en de projectopeningen en -sluitingen. Bovenal is vieren het hebben van zorg en aandacht voor elkaar. Ook op de onverwachte, vaak kleine momenten.

Doel
Het doel van Jenaplan is opgebouwd aan de hand van zeven essenties: "We willen ondernemende (1) mensen, die kunnen plannen (2) en samenwerken (3), mensen die iets kunnen creëren (4) en kunnen presenteren (5). Ze moeten na kunnen denken over hun inbreng, kunnen reflecteren (6) en ze moeten hun eigen verantwoordelijkheid (7) kunnen en willen dragen."